TIPS VOOR EEN BETERE BELEVING VAN DE VRIJMETSELARIJ

Bron: De Mystieke School

Helaas worden (te veel) broeders teleurgesteld in de vrijmetselarij; zowel in haar inhoud als de broederschap. Te veel jonge broeders verlaten binnen vijf jaar hun loge. De vrijmetselarij is meer dan een service-club, en ook meer dan een gezelligheids-vereniging of een liefdadigheids-organisatie. De suggesties in dit artikel zijn bedoeld om de schoonheid van de vrijmetselarij (meer) naar boven te halen. Indien je de suggesties interessant vindt, dan mag je ze natuurlijk voor je eigen loge gebruiken.

Alle broeders zijn blij wanneer ze na de toelatingsprocedure lid zijn geworden van de orde en hun loge. Maar (te) veel (jonge) leden vertrekken weer in de eerste vijf jaren. Vaak teleurgesteld. Uit onderzoek blijkt dat veel broeders (in meer of minder mate) interesse hebben om:

  1. Te behoren tot een organisatie met hoogstaande normen, waarden en principes
  2. Te behoren tot een organisatie die deze waarden actief vorm geeft door dienstbaarheid en maatschappelijke betrokkenheid.
  3. Te behoren tot een organisatie die zichtbaar is in de maatschappij.
  4. Te behoren tot een organisatie die eisen aan zijn leden stelt. Lidmaatschap is moeilijk te verkrijgen. Alles wat de moeite waard is om te hebben, is de moeite waard om voor te werken. De moeite moet wel opwegen tegen de ‘beloning’.
  5. Te behoren tot een spirituele gemeenschap van mensen zonder de dogma’s, stigma’s, of de kenmerken van een georganiseerde godsdienst.
  6. Te begrijpen wat het betekent om een man te zijn in een maatschappij waarin de mannelijke invloed afneemt.
  7. Onderdeel uit te maken van een echte broederschap, wat moeilijk te vinden is in de huidige maatschappij.
  8. Te behoren tot een organisatie die de moeite waard is om je vrije tijd en geld aan te besteden.

Bovenstaande punten kunnen mogelijk bereikt worden door een aanpak in drie stappen: Onderwijs, Esoterie (of Spiritualiteit) en Broederschap.

ONDERWIJS

  1. Start een maandelijkse bijeenkomst buiten de loge voor Leerlingen, Gezellen, geïnteresseerde broeders en één of beide Opzieners. Een naam voor een dergelijke bijeenkomst kan zijn een Hoeksteenloge.
  2. Tijdens zo’n Hoeksteenloge vindt er een vrije meningsuiting, gedachtewisseling en discussie plaats over maçonnieke ideeën en onderwerpen.
  3. Het onderwijs moet zich meer richten op gedachtewisseling (intervisie) en minder op lezingen (supervisie).
  4. Het onderwijs moet zich richten op de ‘grote vragen’. Bijvoorbeeld:
    a. Hoe maken we goede mannen beter?
    b. Wat betekent het om een broeder te zijn?
    c. Wat is de betekenis en toepassing van een bepaald Werktuig?
  5. Het onderwijs van de broeders is een onderdeel binnen de activiteiten om de loge zichtbaar en nuttig te maken in de maatschappij om haar heen.

ESOTERIE/SPIRITUALITEIT

  1. Zet in op een voortdurende bestudering van de inhoud en uitvoering van de ritualen. Dit kan middels een ritualenstudiegroep, of een Hoeksteenloge, waar de uitvoering van de ritualen wordt geperfectioneerd, geanalyseerd, besproken en regelmatig geoefend.
  2. Probeer om de graden veel meer te maken tot een persoonlijke transformerende ervaring: verander regelmatig de muziek, oefen tekstoverdracht en hanteer meer persoonlijk taalgebruik.
  3. Start een maçonnieke leesclub waar vooral boeken besproken worden die de spirituele inhoud van de vrijmetselarij behandelen in plaats van haar illustere geschiedenis.
  4. Ga met een groep broeders regelmatig naar niet-maçonnieke spirituele lezingen.
  5. Maak contact met andere spirituele stromingen, zoals de Rozenkruisers, Soefies, Gnostici, Martinisten etc. om kennis en ervaringen uit te wisselen.

BROEDERSCHAP

  1. Zet in op een voortdurende focus op het groepsgevoel. Bedenk manieren voor broeders om elkaar te ontmoeten en met elkaar te spreken over gemeenschappelijke belangen en interesses. Dit kan in of buiten de loge plaatsvinden.
  2. Zet in op een voortdurende inspanning om met elkaar te communiceren en elkaar te betrekken bij loge-activiteiten. Mogelijkheden zijn telefoonlijsten, e-mail, sociale media, carpoolen, klussendienst, etc. Het moet voor een broeder niet moeilijk zijn om betrokken te zijn bij de loge.
  3. Er moeten veel gelegenheden zijn om de uitgebreide familie bij de loge te betrekken. Dit kunnen de partners van broeders zijn, weduwen, kinderen of andere dierbaren. Activiteiten kunnen zijn barbecues, openbare lezingen, interessante wandelingen, een boeken- of rommelmarkt.
  4. Van ervaren leden mag verwacht worden dat ze mentor willen zijn voor jongere leden om hen te instrueren in ritueel, mores, gebruiken, en loge-functies.
  5. Broederschap is een heilige cirkel. Het lidmaatschap draait om normen, waarden, plichten en verantwoordelijkheden. Het niet voldoen aan deze waarden dient consequenties te hebben. Dit wordt niet gecommuniceerd via geschreven regels en richtlijnen, maar via de woorden en daden van de (ervaren) broeders.

Er was een tijd dat vrijmetselaars geen vastomlijnde, regelmatige bijeenkomsten hadden. Ze kwamen bijeen in een herberg (en betaalden ter plekke de huur), deden een kort rituaal (inwijding, bevordering of verheffing), en na afloop namen ze genoeg tijd voor inhoudelijke en filosofische discussies.

Wie waren de belangrijkste afnemers van verraders-geschriften? Vrijmetselaren zelf. Waarom? Omdat ze betere vrijmetselaren, en dus betere mannen wilden worden. Hede ten dage is er een discussie of de vrijmetselarij wel iemand kan ‘verbeteren’, en of er zoiets bestaat als een ‘betere’ vrijmetselaar. De broeders in de 18de eeuw zouden waarschijnlijk stomverbaasd zijn om te merken dat we in deze tijd daar vraagtekens bij zetten.

Claudy, Mackay, Tobias Churton, John Nagy, Rex Hutchens, George Steinmetz… de lijst gaat maar door. Allemaal maçonnieke auteurs waar geïnteresseerde broeders hede ten dage diepzinnige, filosofische en spirituele inzichten over de Koninklijke Kunst zoeken. Helaas is de reden te vaak dat ze deze verdieping niet (of te weinig) in hun eigen loge wordt gevonden.

Hopelijk kunnen bovenstaande suggesties en ideeën ervoor zorgen dat minder broeders hun lidmaatschap van een loge opzeggen. Hoe minder teleurgestelde broeders, hoe minder opzeggen, en hoe positiever de sfeer in de loges is.